zaterdag 18 april 2015

Tot niemand

Challenger, het fictieve personage van Sir Arthur Conan Doyle (1859-1930) die Deleuze en Guattari opvoeren, 'brengt ons van ons stuk'. Hij verliest zich in uitweidingen en verzekert dat 'niets de uitweiding van de niet-uitweiding kan onderscheiden (Mille Plateaux 65/49). In de mate dat hij uitweidt en zijn toehoorders afhaken, verliest hij zelf zijn menselijke aanblik. De tekst, schipperend tussen de tegenwoordige tijd en de onvoltooid verleden tijd, richt zich tot niemand meer: 'Challenger richt zich enkel nog tot het geheugen', tot de geest in de zin van 'perplexheid', van co-existentie waarin geen verwarring bestaat tussen ideële contracties, van nabijheden van gebeurtenissen, van onafscheidbare variaties, van connecties tussen heterogene elementen, van plooien op plooien, van een veelvoudigheid die niet geteld kan worden, maar waarin evenmin verwarring bestaat tussen de inschrijvingen van eenzelfde gebeuren. Een bergsoniaanse kegel die wordt verwrongen door niet-menselijke stuiptrekkingen.
Isabelle Stengers, Leven/denken

Afbeeldingsresultaat voor audience leaving

Geen opmerkingen:

Een reactie posten